Het eiland Lewis wordt al 6000 jaar bewoond. De steencirkel die ik eerder heb laten zien is daar een overblijfsel van, hetzelfde geldt voor de andere steencirkels en een enkele Noorse watermolen. Recenter, en minder primitief, zijn de Lewis Blackhouses.

“Een Blackhouse heeft een dak van stro, geen ramen en geen schoorsteen. De muur van een Blackhouse bestaat uit een dubbele stenen wand, waarbij de ruimte tussen de wanden opgevuld is met aarde en turf. Het strooien dak, gemaakt van gerstestro, leunde op de binnenste wand, zodat water van het dak via de aarde en turf in het midden van de muur kon worden afgevoerd.” – Wikipedia

Kenmerkend van een Blackhouse is dat mensen en dieren samenwonen. De dieren zorgen voor extra verwarming, dat scheelt weer in de stookkosten. Kenmerkend is ook de lucht van verbrand turf, de voornaamste energiebron op de eilanden (nu nog steeds zie je veel turfstapeltjes die te drogen liggen), het vuur is altijd aan. De rook trekt in het dak van stro en zorgt er voor dat insecten er niet kunnen overleven. Een heel ingenieus ontwerp dus, hoewel die rookwalm en dieren in de buurt niet gezond voor je kunnen zijn.

Het dorp Gearrannan laat goed zien hoe die huizen er uit hebben gezien. Het dorp zelf is ruim 300 jaar oud, de huizen zijn echter nieuwer. Het dorp is in verval geraakt toen de laatste bewoner in 1974 in een modern huis trok, maar dankzij het werk van vrijwilligers is het dorpje 10 jaar later opnieuw opgebouwd en is er een museum en hostel in gevestigd en kun je zelfs een huisje huren als self-catering cottage.